Geschiedenis oliefabriek "de Toekomst"

Het begint in de tijd van de oliemolens: De Rode Wilderman ( 1648 ), deze molen wisselt diverse malen van eigenaar, tot hij in handen komt van Adrianus Houttuijn.

Deze verving de molen in 1879 door een stoomoliefabriek die de naam "de Toekomst"kreeg en overging aan "Bloemendaal&Laan " en later aan n.v. oliefabriek de Toekomst. In 1959 zijn alle aandelen in door de eigenaars verkocht aan de Koninklijke Fabrieken T.Duijvis Jz.

 

 

 

 

Verder stond aan het dijkje langs de Zaan ook de oliemolen: Het Witte Paard ( 1634 ) in 1893 werd de molen gesloopt, de bijbehorende pakhuizen werden in 1907 verkocht aan Bloemendaal&Laan.

 

 

 

Verder stond er ook de oliemolen: Het Jonge Vool ( 1626 ). In 1919 werd deze molen verkocht aan Bloemendaal&Laan die de schuren als opslag gebruikte, de molen bleef staan als duiventil en is in 1930 verbrand en verwijderd.

Ondertussen werd er al veel gebouwd aan de fabriek de Toekomst, na de stoomolieslagerij volgde een raffinaderij, in 1910 werd het silogebouw Rosarium gebouwd, in 1925 werd er een nieuw ketelhuis met werkplaats gebouwd De fabriek bleef uitbreiden, er werd een vetfabriek gebouwd ( bekend onder de naam gebouw D), aan de Zaan werd een geraffineerd tankopslag gebouwd, waarin zes leggende opslagtanken. in 1951 werd de bestaande raffinaderij uitgebreidt met een Alfa Laval centrifuge instalatie, er werd een hexaanextractie gebouwd voor Soja verwerking, in de soja olie zat ook veel lecithine, waarvoor in het tankopslaggebouw een centrifuge werd gebouwd om de lecithine uit de soja olie te halen en op te slaan.

In 1959 nam Koninklijke Duijvis de Toekomst over.

In 1970 werd de Toekomst overgenomen door Crok&Laan en werd de oliefabriek omgebouwd naar een moderne wringerij voor verwerking van Palmpitten, Kopra en Sheanoten, de extractie werd gebruikt om de resten olie uit het meel te winnen.

De Raffinaderij werd voornamelijk gebruikt om Palmolie, Cocos en Sheaolie te raffineren, de raffinaderij werd met een rechtstreekse pijpleiding aangesloten op de tankenparken van Crok&Laan.

In 1988 werd deLaval afdeling gesloopt, nadat de raffinaderijn bij Crok en Laan gemoderniseerd was.

Olieslagerij

Bij de oprichting van Bloemendaal en Laan werd de olieslagerij bedreven met oliemolen De Ram in Wormerveer. Deze werd in opdracht van de firmanten in 1871 gesloopt; er kwamen pakhuizen voor in de plaats. Een ander pakhuis van het bedrijf was het door Jan Adriaan Laan in 1872 ingebrachte grote pand Dantzig aan het Zuideinde 18 te Wormerveer dat later lange tijd in gebruik geweest door Molenaars Muziekcentrale.

In 1881 kocht de firma Bloemendaal en Laan voor een bedrag van ƒ 70.500 de stoomoliefabriek De Toekomst aan het Zaandijker wegje te Wormerveer. Een fabriek met drie voor- en vier naslagblokken, een pletterij en zestien stampers. De fabriek was gebouwd door de Zaandijker Hajo Houttuyn, die sinds 1874 op deze plaats de molen de Rode Wildeman had geëxploiteerd, maar deze in 1879 door de fabriek had vervangen. Kort daarna overleed Houttuyn en werd De Toekomst in veiling gekocht door Bloemendaal en Laan. Dit bedrijf bouwde De Toekomst geleidelijk aan uit tot een zeer moderne (spijs)oliefabriek. In 1890 werd het noordelijk van de fabriek gelegen veerhuis van het Zuiderveer gekocht, in 1906 kocht men zuidelijk van De Toekomst een rij huizen. Deze werden gesloopt, zodat het fabrieksterrein kon worden uitgebreid. De nieuwe fabriek werd in 1907 met moderne persen ingericht. De groei zette daarna door met de bouw van de fabriek Rosario (1910). Het personeelsbestand groeide van 34 in 1901 tot 76 in 1911. De Toekomst ging tevens de consumentenmarkt op met het merkartikel Smaragd, slaolie in flessen.

Na de Tweede Wereldoorlog werd het productieproces grondig gewijzigd, In 1956 ging men over op het extraheren, de wringerafdeling werd twee jaar daarna gesloten; 40 mensen verloren hierdoor hun baan. Maar zoals zoveel oliefabrieken kon De Toekomst het niet bolwerken. De fabriek werd in 1959 aan Koninklijke Fabrieken T. Duyvis Jz. (Koog) verkocht. De Toekomst werd in 1970 overgenomen door de naastgelegen oliefabriek Croklaan en is inmiddels gesloopt. Het fabrieksterrein behoort tot het bedrijf van Loders-Croklaan.

De eerste directie van Bloemendaal en Laan werd gevormd door de bovengenoemde oprichters. Van hen was Jan Adriaan Laan enige tijd Eerste-Kamerlid. Hij werd in de directie opgevolgd door twee zoons (Jan Adriaan Jr. en Adriaan Remmert Laan, terwijl ook een zoon van oprichter Frederik Bloemendaal (te weten Gerard Willem Bloemendaal) deel van de leiding ging uitmaken. Het bedrijf hield kantoor aan de Zaanweg in Wormerveer. Oorspronkelijk op nr. 53. later ook op nr. 5-1. Deze fraaie panden zijn in 1966 aan de Kon. Wessanen verkocht.