nnHet vervolg van Crok & Laan.

Schoonvader Dirk Crok bemoeide zich voornamelijk met de molens, terwijl J.C.Laan de oliefabriek onder zijn hoede nam, dat was toen nog een bescheiden operatie, waarbij voornamelijk lijnzaad werd verwerkt. het zaad werd net zo behandeld als in de molens, pletten met kollergang en uitpersen met heien ( olieslaan ), alleen nu niet door wind aangedreven maar door een stoommachine.

Grenzend aan de fabriek stonden pakhuizen voor opslag van koeken en zaad: Pernau, La Plata, Bobay en Azof, genoemd naar de plaats van herkomst van het zaad.

De fabriek stond op het oude molenwerf, tussen de weg en de Zaan, dus buitendijks, want vrijwel alle aan- en afvoer ging per schip.

tegenover de fabriek lag een bruggetje over de wegsloot naar het woonbuurtje "DE Vier Winden"in een later stadium werd daar het café "Van Ouds De Vier Winden"gebouwd

 

In de periode van 1891 tot 1916 breidde de fabriek zich uit, er werden meer heien geplaatst, pakhuis Pernau en de fabriek kregen er een verdieping op, La Plata werd vervangen door een stenen pakhuis en ten noorden van Azof werd pakhuis  Amerika en het Oliehuis en een Smederij gebouwd.

In 1894 ging men experimenteren met hydraulische persen, gebouwd door machinefabriek P.M. Duijvis, in 1887 werd de oude  fabriek omgebouwd tot hydraulische persfabriek met voor- en naslagpersen.

Men wisselde vaak van te verwerken zaad, zo werd in 1898 de bouw van een maiskoekenfabriek gemeld, dat zal wel in een aanbouw aan de oude fabriek zijn geweest genaamd "Engel 2 "

De fabriek breidde gestaag uit, naast het Oliehuis verrezen opslagtanks, de kollergangen werden vervangen door 5 rollen walsen (  pletwalsen ) .

In 1910 ging men over met het verwerken van Kopra en Palmpitten

Engel 1 en Engel 2 barsten uit hun jasje, in 1912 werd een stuk weiland over de sloot gekocht voor uitbreiding en werd Engel 3 gebouwd.

In  1916 werd begonnen met de bouw van een eigen raffinaderij achter Engel 3, bestaande uit een drie tons ontzuurketel, een loodvrijtinde bleekketel, twee filterpersen, een destileerketel ( stomer ) met een oliekoelketel en een vetzuursplitskuip.

De raffinaderij was geboren.

In 1916 werd de leiding overgedragen aan schoonzoon J.H.Wijsman, ook de zoon Dick Laan ( de Pinkeltjesschrijver ) werd in de zaak opgenomen.In 1934 nam Dick Laan ontslag en wijdde zich geheel aan het schrijven van Pinkeltjes boeken.

In 1927 brak er brand uit in de pakhuizen ( dit word onder een apart blok beschreven )

Het kantoor wat eerst in Koog aan de Zaan was gevestigd werd in 1922 overgeheveld naar de Zaanweg in Wormerveer en werd in 1927 in de fabriek ondergebracht.

Crok & Laan had het moeilijk in de crisisjaren, in 1936 was het ergste voorbij, J.H.Wijsman kwam via zijn zwager P.K.Kaars Sijpensteijn  in kontakt met de firma "Kaars Sijpensteijn". Een vooraanstaande familie die ook "de Vrede " en een textielfabriek in bezit hadden.

Een berichtje uit de Zaanlander van 30 november 1936 : 

 

Crok & Laan en de Vrede zijn de oorlogsjaren praktisch ongeschonden doorstaan ( Dit word in een apart hoodfstuk beschreven )

Na de oorlog werd de draad weer opgepikt en groeide het bedrijf verder, in 1949 kwam de heer ir W.Kaars Sijpesteijn vanuit de linoleumfabriek naar Crok & Laan om de directie technisch te versterken.

Rond 1950 besloot men dat Palmolie, naast Palmpit - en Kokosvet, een belangrijke grondstof kon zijn voor de producten voor de levensmiddelenindustrie, maar daarvoor moest we eigen apparatuur gebouwd worden.Achter de voorraffi werd in een gesloten gebouw een nieuwe ontzuurlijn geplaatst ( De Sharples centrifugelijn ). Grenzend aan dit gebouw werden extra bleekketels geplaatst ( later de Palm Olie Bleking POB ) en er werden gemetselde zeepsplitskuipen en houten vetzuurkuipen gebouwd voor opslag.

Op 2 april 1951 brak er brand uit in Engel 3 en brandde geheel af ( word in een apart hoofdstuk beschreven ) Een jaar later was Engel 3 weer opgebouwd en weer in productie genomen, een moderne perserij voorzien van wringers als voorslag en de A-A persen en Seiherbatterij als naslag waarmee ongeveer 30.000 ton/jaar insteek kon worden gehaald.

Men bleef zich beperken tot Palmolie, Palmpit- en Kokosvet, men had toen wel al in de gaten dat door de dure cacaoprijzen speciale vetten wel eens lonend konden zijn, na vele proeven werd een vet geboren wat we kennen als vervanger van de cacao boter in de bekende Koetjesrepen. Hiervoor ontstond gefractioneerd Palmpitvet. Om dit te verwerken moesten er nieuwe apparatuur gebouwd worden, Er werd een Harding gebouwd om het gefractioneerde palmpitvet af te harden naar het product wat in de Koetjesreep werd gebruikt. Doordat men begon met fractioneren kwamen er ook bijprodukten, die ook hun weg vonden in de levensmiddelen- en diervoedingsindustrie. Crok & Laan breidde gestaag uit.

In 1965 werd een semi contiunu ontzuurafdeling in gebruik genomen de Zenith, een instalatie bestaande uit twee ontzuurketels, een fosforzuurketel, een bleekketel en twee filters, in 1966 werd een semi continustomer de Girdler geplaatst, zodat Crok& Laan zijn productie kon moderniseren. In 1968 werd een moderne hardingsinstalatie gebouwd met bijbehorend Tankenpark.

Om aan de behoefte van gefractineerd produkt ( Clsp555) te voorzien werd in 1968 de Vrede omgebouwd om enkel nog te fractioneren.

Ondertussen bleef Crok& Laan expirimenteren om vervangers te vinden voor cacaoboter, het moest een vet zijn met dezelde fysische en chemische eigenschappen als cacoa boter ( CBE ) cacaoboter equavilent. Doordat Unilever zich hier ook mee bezig hield werd dit op een laag pitje gezet.

In 1970 werd de naam Crok & Laan verandert in "Croklaan, Croklaan kocht de naastgelegen oliefabriek "De Toekomst " van T.Duijvis, op 15 Maart 1970, deze fabriek bezat een Alfa Laval Centrifuge ontzuur lijn en een Soja extractie

De wringerij van de Toekomst werd geheel gesloopt en er werd een nieuwe voor  wringerij gebouwd en na extractie voor palmpitten, in november 1970 werd de Palmex in bedrijf genomen. De laval instalatie werd met een leiding gekoppeld aan de raffinaderij van Croklaan waardoor de verouderde Sharples instalatie kon worden stilgezet, ook de produktie in Engel 3 werd stilgezet.

17 November 1971 werd Croklaan overgenomen door Unilever, binnen Unilever kon Croklaan zich weer gaan ontwikkelen op de CBE vetten, de oude proeffabriek was in 1968 geexplodeert en niet meer opgebouwd. Binnen de Lavalafdeling werden CBE,s gemeng en ontzuurd.

In 1980 werd een moderne Solvent extractie gebouwd zodat Croklaan zich nog verder kon specializeren met cacaoboter vervangende vetten.

Croklaan gaat door met bouwen in 1987 word een nieuwe Raffi in gebruik genomen, de Girdler is aangepast met warmte terugwinning, de Stomers zijn aangepast, in het hoofdgebouw staat een nieuwe Westfalia centrifuge lijn en twee Puntketels, alles word bestuurd vanuit een controlekamer met procescomputers.In 1993 word een nieuwe droogfractionerings fabriek in gebruik genomen waardoor de oude Vrede kan worden gesloten, tevens word er in 1993 een nieuwe Harding gebouwd die ook bestuurd word d.m.v procescomputers.

Op het terrein van Croklaan worden veel oude gebouwen gesloopt om plaats te maken voor nieuwe. Coklaan moderniseert onder Unilever snel. De naam Croklaan was ondertussen verandert in LodersCroklaan, in 2002 verkoopt Unilever LodersCroklaan.

I.O.I uit Maleisie word de nieuwe moeder van Crok & Laan onder de naam IOI Loders Croklaan.

I.O.I Loders Croklaan word in een apart hoofdstuk beschreven.

In 2018 wordt 70% van de aandelen overgenomen door Bunge uit Amerika waardoor LodersCroklaan 30 % IOI en 70% Bunge is, de nieuwe naam is Bunge Loders Croklaan.

Bunge Loders Croklaan wordt in een apart hoofdstuk beschreven.

Tot zover de geschiedenis van Crok en Laan.